PUIK VERHAAL

Os Aje Kasteleins
'Café 't Heukske

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie ‘Ós Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. Voor deel 7 vroegen we Hai Ottenheim om zijn medewerking, en die kregen we! Lees het door hemzelf opgestelde verhaal.

Café ‘t Heukske (de beginperiode van 1977 tot 1992)

Mijn vader en moeder Wiel Ottenheim en Mia Beurskens besloten in 1977 na overleg met hun twee puberende zonen en hun piepjonge dochter het stamcafé van mijn vader, café Verdeuzeldonk aan de Keulseweg in Offenbeek, over te nemen. Dit deden ze onder andere met het idee in hun achterhoofd dat misschien één van hun kinderen het ooit verder zou zetten. Mien Verdeuzeldonk, vele jaren de kastelein en eigenaresse van het café en tevens een dierbare vriendin van mijn vader, was al geruime tijd ernstig ziek en zou niet lang meer te leven hebben. Mien had zover ik weet het café op haar beurt weer van haar vader Drees overgenomen. De geschiedenis van cafe Verdeuzeldonk is nauw verbonden met driekwart van de twintigste eeuw in Offenbeek/Reuver en is dan ook nog steeds langer dan die van zijn opvolger: Café ’t Heukske.

Ten tijde van de overname, ik was toen 15 jaar oud, waren er twee verenigingen verbonden aan het café. Dat waren duivenvereniging ‘De Grensvliegers’, waar mijn vader vanaf de oprichting lid van was, en de voetbalploeg van het huis. Ook werden er wekelijks op dinsdag theorielessen van een autorijschool uit Swalmen gegeven en waren er geregeld vergaderingen. Er werd veel geklaverjast of getoept, gespeeld op het golfbiljart dat er stond of een gokje gewaagd aan de gokautomaat. Toen ze bij Keuben niet meer konden schaken (vanaf 1980), kregen we er de schaakclub bij.

Een grote familie

De duivenvereniging was een zeer grote club die van april tot en met oktober grotendeels de agenda van het café bepaalde. Want dan waren de wedstrijden; de duiven moesten worden ingezet, de duivenklokken gelijkgezet en verzegeld, en na de wedstrijd werden de klokken geopend om te kunnen bepalen wat de uitslag van de vlucht was. In het hoogseizoen betekende dit dat de spelende leden soms wel drie tot vier keer per week in het café te vinden waren. De club was als een grote familie en hoewel er zoals in elke familie wrijvingen, discussies en conflicten plaatsvonden, was het toch bovenal de sportiviteit, gezelligheid en de deugnieterij die er de boventoon voerde. Als vijftienjarige moest ik buiten het leren bier en andere drank te bereiden en serveren ook in een rap tempo een beetje mensenkennis opdoen om al die unieke karakters die het café bezochten te leren kennen en begrijpen.

Maar het belangrijkste wat ik moest leren, buiten leren zwijgen, was niet alles wat er werd gezegd even serieus te nemen. Er werd namelijk nogal wat afgeouwehoerd. Wie denkt er bijvoorbeeld op die leeftijd aan dat een kastanjefabriek helemaal niet bestaat?

Verbouwing door vooruitziende blik

Mijn vader had een droom of misschien was het een vooruitziende blik en besloot al vrij snel om het ruime, maar verouderde café te verbouwen. Hij wilde het mooier en tegelijkertijd functioneler maken. Het inwendige van het café kreeg zijn huidige gezicht. Kon voor de verbouwing slechts een klein gedeelte van het café afgesloten worden voor vergaderingen, feestjes en dergelijke, erna was het tevens mogelijk om grotere groepen een aparte ruimte aan te bieden zonder daarvoor het café te moeten sluiten. De oude jukebox werd vervangen door een goede muziekinstallatie en er kwam een mooie, nieuwe competitie biljarttafel te staan. Niet lang daarna was ’t Heukske ook een biljartclub rijker.

Groot verlies voor velen

Lang heeft mijn vader echter niet van de prachtige en gezellige openbare huiskamer die hij had weten te creëren kunnen genieten. Het absolute dieptepunt van onze tijd in ’t Heukske” lag op 8 februari 1983, een paar dagen voor het jaarlijkse carnaval. Wiel, Walter, Wallie Ottenheim overleed die dag plots aan een hartstilstand. Hij was slechts zevenenveertig jaar oud en had de dag ervoor nog honderden ballonnen eigenhandig opgeblazen. Iets waarop hij destijds heel trots was. De klap voor de familie was enorm en het verdriet zou nog lang nazinderen. Ook voor de vaste klanten van het café was het een shock en achteraf hoorden we dat velen van hen zich nog nooit zo ontheemd hadden gevoeld tijdens de carnavalsdagen. Mijn moeder die meer nog dan mijn vader altijd het gastvrije gezicht van het café was geweest en tot haar (ook te vroege) dood in 2007 in het dorp altijd Mie van ’t Heukske bleef, zette het café nog korte tijd en met alle hulp die ik haar destijds kon geven voort. Maar diep van binnen was de bron, waar de wil en de energie uit voort moest komen om elke dag weer helemaal alleen de verantwoordelijkheid te moeten dragen voor de zaak, aan het opdrogen. Ik was 21 toen we van rol wisselden en zij mij kwam helpen als dat nodig was. Vanaf toen werd ik Hai van ’t Heukske of na verloop van tijd voor sommigen kortweg Ha Heu, Heu of Blauwe. Een dartbord, een tafelvoetbalspel en een neageleblok voegden zich bij de inrichtingen geleidelijk aan zou het café ook steeds vaker ‘unne sjpeeltuin’ voor mijn ideeën worden.

Onvergetelijke momenten

Nu, van een afstand terugkijkend op de negen jaar dat ik de leiding had over het café tegenover de kerk in Offenbeek, besef ik een aantal zaken: Allereerst, het waren prachtige, maar ook zeer intense en drukke jaren. Natuurlijk hebben we allemaal de neiging om vooral de goede dingen van het verleden te onthouden, maar in mijn herinneringen aan ’t Heukske van toen zitten zoveel onvergetelijke momenten dat ik echt niet anders kan dan mee te zingen met Corrie: “Mooi was die tijd”. Het tweede wat ik besefte was dat er door de jaren heen, zoals vermeld word in de kop van de artikelreeks, ook steeds meer mensen hun weg naar het café vonden doordat andere cafés zoals de café/zalen De Kaupman en de Monopool, later de Romeo Bar, de Madera Bar, café de Euverweg en de Koese Bar ermee ophielden. Hierdoor kwam onder andere de visclub van het dorp bij ons terecht en hadden we plots meerdere voetbalteams.

Een zekere mate van organisatietalent

Zonder mezelf te willen opblazen denk ik dat mijn bijdrage aan het succes van ‘t Heukske van toen vooral zat in mijn oprechte intentie om het iedereen naar de zin te maken, mijn liefde voor en kennis van muziek, mijn speelse fantasie en een zekere mate van organisatie- en decoratietalent. Tegelijkertijd realiseer ik me meer dan ooit dat veel van die prachtmomenten die voorbij zijn gevlogen alleen maar mogelijk waren dankzij de hulp en goede wil van velen. Zonder mijn moeder, mijn broer Mat en zus Claudia, Frans Klij, Jan Muisers, (schoon)familie, vrienden, buren, de fantastische klantenkring, weekblad ‘Het Gazetje’ en vele andere mensen van het dorp was het allemaal niet mogelijk geweest. Zo ontstonden het Krangsômse Bal, ’t Poashaze Bal, Kriebele Bal, Hersfstige Bal, Kerstballen Bal, Voetballe Bal, Back to the 5O’s met the Corner Cats, het Flowerpower Bal met Pasquenel, Mini Pinkpop (met o.a Bedtime for Bonzo), de Heukskige Top 100 allertieje, de sjpaarkasaovende, de taofelvoetbal-kampioensjappe, same voetballe kieke, de Flesse aovende, Sinterklaos in t Heukske, ’t fiës van ut 25 jaorig besjtoan van de doeveclub, ‘t mannekiene, de aandeilhaajersdaag veur ‘t 10 jaorig besjtaon van ’t Heukske, ‘t Tour de France sjpel, ‘t jubileumfiës van de Valleivogels, de tentoonstelling van de schilderijen van Petra Niessen, Kermis in ’t Heukske met de prachtige kermisfoto’s van Wim Killaars, de snoepkraam, kermisgeluide en ’t Poësvange (dankzij Theo Gommans en de naaikunsten van mam), Frûhsjoppe met Bûdiger Thij, Kermisdinsdig met het Burt Vegas Combo en later met Fietsefreem, De kleine Offebekse kermis samen met de cafévoetbalploeg, De naegelkampioensjappe met t oetkomme van de Joker oet de (door Peter Geelen gecreëerde ) reuzenspijker en niet te vergeten het ontstaan van de Kemiën op de Mert in Offebek met Carnaval, ’t Kemiene/Blauwe Aove Bal en de emotionele Aafsjiëtsdaag. ‘

“En niet te vergeten het ontstaan van de Kemiën op de Mert in Offebek met Carnaval, ’t Kemiene/Blauwe Aove Bal en de emotionele Aafsjiëtsdaag.”

Stoere mannen en bingo

Als men mij zou vragen wat voor mij de hoogtepunten van al die jaren waren dan schieten er vele fragmenten kriskras door mijn hoofd: Het uitkomen van de iërste Joker Baer Claessen, het gigantisch drukbezochte optreden van Fietsefreem op een warme kermisdinsdagavond, het samen als één koor meezingen (van o.a. ‘de klokke’) van de hele kroeg tijdens carnaval, de sfeer tijdens kermis en de gezichten van de mensen als onverwacht de klok luidde, de draaiorgelmuziek van de carrousel begon te spelen, het gejoel van de rups het overnam en de poeës door het café zoefde. Of wanneer The Cornercats over het buffet liepen en de jaren ‘50 lieten herleven en de lol die stoere mannen kunnen hebben als ze voor het eerst in hun leven bingo spelen. Maar ook de altijd gezellige zondagen en (soms onverwacht erg lange) maandagavonden waarop onder andere de Top 100 van ’t Heukske werd samengesteld, soms ook eens een beetje aparte muziek kon worden gedraaid, of waarop tijdens het kletsen en filosoferen met elkaar het idee voor de Kemiën ontstond (via Theo Heuts).

Het ontstaan van de Kemiën

Het verwezenlijken van de kemiën: daar zat nu eens werkelijk alles in wat hulp en goede wil betrof. Jan Muisers, de nieuwe vriend van mam, wist meteen een grote metalen buis te liggen op een verlaten fabrieksterrein in Tegelen. Lam Boonen, de grootste carnavalstekstdichter van Offenbeek (hij schreef o.a. Óffebek blief öffebek) was direct enthousiast en haalde op zijn beurt Har van de Paerssjtal en de Boerenbruiloft over om mee te doen aan ‘Unne Kemiëne aovond in Óffebek’. Hij begon ook meteen met het organiseren van het Kemiënebal en het enthousiast maken van Jan en alleman door middel van zijn joeksige teksten in ‘t plat Limburgs, die gratis geplaatst werden in het Gazetje van Helma en Paul. De gebroeders Timmermans schonken het prachtige ijzeren onderstuk waarop de kemiën kwam te staan (het ovengedeelte). Nu wil het toeval dat de carnavalsgroep die gouden handen had wat betrof het in elkaar puzzelen en lassen van alles wat van metaal is zoals auto’s en motoren, Hen Schoolmeesters, Ger Sensen, Wiel Heinen en Hai Martens bezig waren met het maken van hun jaarlijkse Carnavalswage; ‘nne heuse Tuf! (het treintje dat vroeger de klei van de Duitse bos in wagonnetjes naar de greswaren fabrieken sleepte).

Omdat gewoon alles samen kwam

De Kemiën paste perfect in hun plaatje en zij beloofden dan ook de hele constructie In elkaar te lassen. Dat wil zeggen ook het omkiepen van de kemiën (ter afsluiting van carnaval) mogelijk te maken. Mijn oude vriend Michel Beurskens, die ik gevraagd had of hij de kemiën en de blauwe oveningang rondom de deur van het ‘t Heukske wilde schilderen, vertelde me onlangs dat hij de dag voor carnaval nog buiten in de kou stond te schilderen om oven en buis net op tijd in een geheel echt lijkende stenen schoorsteen omgetoverd te krijgen. Zoveel mensen hebben zich destijds belangeloos ingezet om een idee te realiseren dat uiteindelijk heel veel mensen jarenlang een mooi carnavalsfeest heeft bezorgd. Het Kemiëne en Blauwe Aovebal met vele optredens waren op slag een doorslaand succes en de Tuf van Hen, Ger, Wiel en Hai won dat jaar de eerste prijs voor grote praalwagens tijdens de grote optocht. Het was het jaar van de Reuverse carnavals-hit Bye bye Madonna, maar het lied ‘Met de tuf nao de berg’, volgens mij uit de Offebekse revue van het jaar ervoor, was minstens zo populair. Tja, er zijn van die momenten die ik nooit zal vergeten omdat gewoon alles samen kwam...

Mijn vat was leeg

In 1992, een maand voor mijn dertigste verjaardag ben ik gestopt met café ’t Heukske. Deze keer was het mijn vat, waar enthousiasme en ideeën uit voort moesten, dat leeg was. Ik wilde andere horizonten gaan verkennen. Ik was door de veel te vroege dood van mijn vader op zeer jonge leeftijd als het ware het café ingerold, nu was het de tijd om mijn eigen weg te vinden en de dromen te volgen die ik had. Sommige van die dromen bleken bedrog, maar zoals The Rolling Stones het al bezongen: “You can’t always get what you want, but if you try sometime, you will find, you get what you need!” Oftewel; alles is ergens goed voor. Spijt dat ik ben gestopt, heb ik nooit gehad. Misschien ook wel omdat ik gevoeld heb dat de pijp echt leeg was en het toppunt bereikt. Ik ben na vele jaren in België te hebben rondgezworven als acteur uiteindelijk terechtgekomen in Ljubljana, de liefelijke en groene hoofdstad van Slovenië. Daar leef, werk en creëer ik (soms samen met mijn vrouw) onder andere (fantasie)verhalen waarin ik de ervaringen en inzichten die ik in mijn leven heb opgedaan verwerk om ze te kunnen doorgeven. Iedereen die het aangaat nogmaals bedankt voor zijn of haar aandeel in die prachtige tijd.


Tekst- en fotobron: Hai Ottenheim

Deel 1

Klik hier voor 'Ós aje kasteleins'

'Café de Euverwaeg'

Deel 2

Klik hier voor 'Ós aje kasteleins'

'Café Lambaerke'

Deel 3

Klik hier voor 'Ós aje kasteleins'

'Café Keuben'

Deel 4

Klik hier voor 'Ós aje kasteleins'

'Café de Koessebar'

Deel 5

Klik hier voor 'Ós aje kasteleins'

'Café Janissen'

Deel 6

Klik hier voor 'Ós aje kasteleins'

'Café de Lange Offenbeek''

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina: