PUIK COLUMN

Herman Bors

Het probleemgesprek

Het is herfst. Het donkert al na de late middagpauze. Het schoolleven is voor sommigen al even somber als het weer. Zo ook voor Anneke. De leerling gaat dan te rade bij de mentor. Maar ja, dat is ook maar een mens en niet altijd een ideale gesprekspartner. Je hoeft maar een natuurkundedocent te treffen die totaal bezeten is van zijn vak.

- Zo Anneke, je wilde me spreken over stage en privé. Er waren problemen hoorde ik.

- Ja meneer, ik voel dat er een spanning is tussen mij en mijn stagebegeleidster. Ze staat constant achter mij, controleert me voortdurend en maakt negatieve opmerkingen. Het voelt alsof ik verkramp, alsof ik gevangen zit in een net.

- Ik herken dat, Anneke, de netspanning die je benoemt. Over hoeveel volt praat je dan?

- Nou, een heleboel, meneer.

- Maar Anneke, op het vorige adres was je al na een maand weg.

- Meneer, daar hebben we het uitgebreid over gehad. Daar begeleidde de bazin me maar de helft van de tijd.

- Och ja, daar was, geloof ik, sprake van een halfgeleider, ik meen me zoiets te herinneren.

- Halfgeleider, zegt u, ik zag haar amper 10 uur per week.

- Een ampère 10 uur in de week? En toen zijn bij jou natuurlijk de stoppen doorgeslagen.

- Ja, meneer, ik wilde…hoe zal ik het zeggen…

- Jij wilde de stekker eruit trekken, onze Anneke wilde de spreekwoordelijke stekker uit het figuurlijke stopcontact trekken.

- Om eerlijk te zijn, ja meneer. En dat heb ik toen ook gedaan.

Ik hoop Anneke, dat je dynamo weer wat opgeladen is na ons indringende gesprek.
Ik stel voor de printplaat van het verleden te wissen

- Anneke, zou het niet kunnen dat je resultaten te wijten zijn aan je privésituatie?

Je komt met je problemen naar mij toe, maar heb je binnen de familiekring geen bliksemafleider, meisje, ik bedoel iemand die je in vertrouwen kunt nemen.

- Ja, tot voor kort was dat mijn oom, meneer.

- Je ohm?

- Nee, mijn oom

- Aha, tot voor kort je ohm, maar hoezo, tot voor kort? Is er iets voorgevallen?

- Tegen u durf ik dat wel te zeggen, mijn oom heeft mij betast.

- Watt? Watt? Hij heeft toch niet je Maagdenburger halve bollen beroerd?

- Nee, maar wel mijn knie.

- Anneke, en heb je toen je ohm weerstand geboden?

- Ik heb hem met mijn vuist in zijn gezicht geslagen.

- Goed gedaan meid, via een eenparig versnelde beweging heb je een linkse directe geplaatst. En toen ontstond er ordinaire kortsluiting tussen jullie.

- Zoiets ja. We zien elkaar niet meer.

- Zit onze Anneke voor de rest lekker in haar vel?

- Ik durf het bijna niet te zeggen meneer, maar ik denk, ik vermoed datte...datte ik lesbisch ben. Maar zeg het tegen niemand meneer, want ik ben er niet helemaal zeker van.

- Wel Anneke, bij dit probleem kan ik wel een helpende hand bieden. Toevallig heb ik in de bureaulade een potmeter liggen. Daarmee komen we al een heel eind. Gewoon even plat en aarde maken. Dan heb ik zo gezien of je … hoe zal ik het zeggen, een gelijkstroomvrouwtje bent.

Een half uur later:

- Ik hoop Anneke, dat je dynamo weer wat opgeladen is na ons indringende gesprek. Ik stel voor de printplaat van het verleden te wissen. Probeer te aarden op je stageplek en pak de draad weer op met je tegenpool. En weet: ik blijf je contactpunt. Hoe voel je je na ons gesprek?

- Meneer, ik moet zeggen: ik zie nu toch weer een lichtpuntje.

- Halogeen of led, Anneke, dat lichtpuntje?

- Led meneer maar led in het vervolg wel een beetje op uw taalgebruik.

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina: