Beeselse evacuees In februari 1945 moesten de inwoners van de gemeente Beesel evacueren. Beesel en Reuver lagen in de frontlinie en de inwoners moesten via het Duitse Brüggen en Kaldenkirchen per trein naar het noorden van Nederland worden getransporteerd. Zo ook de familie Luttels (Gerard (Ger), Nel en dochter Dien), van de Solberg in Beesel. Toen de gemeente Beesel op 1 maart 1945 was bevrijd was Noord-Nederland nog bezet door de Duitsers. De familie Luttels verbleef in Zuidlaren, provincie Drenthe, dat pas op 13 april 1945 werd bevrijd. Dat wilde nog niet zeggen dat de evacuees terug naar huis konden. Er was gewoonweg geen vervoer. Velen bleven tot in mei en enkelen keerden eind mei pas terug naar huis. Op 8 mei 1945 schreef Gerard Luttels vanuit Zuidlaren een brief aan zijn zoon Herman (Maan) omtrent ieders gezondheid en informeert naar zoon Coen die mogelijk in Frankrijk of Zwitserland verblijft. Gerard memoreert aan het geluk dat Maan heeft gehad bij zijn terugkomst uit het werkkamp in Duitsland (daarbij verongelukte Henri Nijskens uit Rijkel met 2 lotgenoten door een ontploffende landmijn). Verder vraagt Gerard aan Maan om zorg te dragen voor het herstel van de schade aan hun woning aan de Solberg en hij legt uit waar Maan een kist met kleding en procelein kan vinden die hij heeft ingegraven onder de vloer van de achterkeuken. De in de brief genoemde Teun en Frens waren broers van Gerard. Beiden woonden in Bussereind. De eveneens genoemde Michel betreft Michel Gielen welke getrouwd was met Marie, een zus van Nel. De betreffende handgeschreven brief (klik op button beneden) werd door de familie Luttels ter beschikking gesteld.