PUIK VERHAAL

De Grauwe Beer, een niet alledaagse naam voor een molen

Naast de draak van Rik van Rijswick op de rotonde, is ‘De Grauwe Beer’ , eigendom van de Gemeente Beesel, beslist één van de meest gefotografeerde bezienswaardigheden in Beesel. Logisch dat Stichting Korenmolen De Grauwe Beer zich bekommert om het behoud van deze beltmolen. Kunt u iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de molen als ook van de stichting?

De Grauwe of ook wel Oude Beer genoemd, werd in 1614 in het Westzijderveld aan de Zaan in Zaandam als houtzaagmolen gebouwd. Het is een bovenkruier waarmee wordt bedoeld dat de kap van de molen met daarin het wiekenkruis draaibaar is om het gevlucht op de wind te kunnen zetten.

Na jaren van trouwe dienst kwam de molen na het midden van de 19' eeuw zonder werk als gevolg van toenemende concurrentie uit het buitenland en opkomende mechanisatie ( stoommachine ). Hij werd uiteindelijk in 1892 verkocht om in Beesel graan te gaan malen,tot stellinghoogte afgebroken en in onderdelen over water naar Beesel vervoerd. Aan de Antoniusstraat aldaar werd ruimte vrijgemaakt en kreeg De Beer zijn nieuwe standplaats. ( verplaatsing 1 ) In 1974 ging de zwaar onderkomen molen in andere handen over en kort daarna werd een restauratie traject in gang gezet. Alras bleek dat geplande bebouwing in de directe omgeving een bedreiging zou gaan vormen voor het functioneren van de molen en op aandringen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, thans RCE, werd het plan opgevat tot een verplaatsing, uiteindelijk gerealiseerd in de uiterwaarden van de Maas, tussen Ouddorp en Rijkel. In oktober 1983 was de restauratie een feit en kon de molen, met enig feestvertoon, weer in gebruik worden genomen. ( verplaatsing 2 ).

In de omgeving zijn er niet veel molens meer aanwezig. Waren er vroeger meer molens in de regio?

Jazeker: in ieder dorp of stad kon men een of meer molens vinden waaronder ook watermolens zoals b.v. Ronckensteinsmolen in het buurtschaap Ronckenstein. Op de Meulenberg in Beesel, de naam zegt het al, stond indertijd een standaardmolen, de Theelenmolen genoemd. De stelregel was dat er voor een leefgemeenschap van 2000 zielen incl. hun dieren, 1 molen nodig was om in de behoeften van meel c.a. te kunnen voorzien.

De Grauwe Beer een niet alledaagse naam voor een molen. Waaraan ontleent de Beeselse molen zijn naam? En wat houdt de term beltmolen in?

In de Zaanstreek ontwikkelde zich in de 17'eeuw, de gouden eeuw, een waar industriegebied; op enig moment stonden er meer dan 600 exemplaren en niet alleen korenmolens: zo trof men er houtzaag-; specerei -; pel- ; blauwsel-; papier-; cacoa-; olie-; verf-; trascement-; tufsteenmolens; hennepkloppers om er maar enkele te noemen, aan. Om al deze molens te kunnen duiden was het handig er ook een naam bij te bedenken. Zo kwamen naast fantasienamen zoals b.v. “De Gekroonde Poelenburg” of “De Vier Winden”; of “Hollandsch Welvaren” , namen van dieren veelvuldig voor. De naam Grauwe Beer blijkt te duiden op een mannetjes varken. Zijn eerste eigenaar zou tevens varkenshouder zijn geweest, vandaar. Indertijd kende men een grote koopvaardijvloot ( VOC ) en werden er van “All over the world” producten als grondstof aangevoerd die op de molens werden verwerkt, veelal tot eindproduct. Om al die schepen te bouwen, denk ook aan de oorlogsvloot, was niet alleen veel hout nodig maar ook touwwerken; zeilen; ijzerwerken voor kettingen en ankers; scheepsbeschuit; vaten om voedsel te bewaren etc. Vandaar de genoemde industriële ontwikkeling ter plaatsen.

Een molen die vanaf het maaiveld wordt bediend voor het op de wind zetten en het voorleggen en klampen van de molenzeilen noemt men ook wel een grondzeiler. ( als voorbeeld de standerdmolen in Kessel ). Vaak staat een molen nabij bebouwing en begroeiing van boerderijen en anderszins. Om toch voldoende wind te kunnen “vangen” werd een, meestal gemetselde, onderbouw opgetrokken en werd het molenlijf daar boven op geplaatst. Om toch bij het gevlucht en kruilier te kunnen komen werd tegen de onderbouw een aarden wal, een belt, opgeworpen. Vandaar de naam beltmolen.

De molen valt in de categorie korenmolens. Waaraan dient een korenmolen te voldoen?

En wat maakt ‘De Grauwe Beer’ speciaal t.o.v. andere korenmolens?

Op de eerste plaats, maar dat geldt voor alle windmolens, een goede biotoop; vrije windvang uit alle windstreken. Uiteraard dient de inrichting te zijn uitgerust met een of meerdere maalkoppels teneinde te kunnen malen. De Grauwe Beer is in zoverre speciaal te noemen omdat de constructie van het 8-kant nog alle kenmerken vertoont van de vroegere houtzager. Zo missen we de luizolder en is de lengte van de 8-kantstijlen niet ten volle benut. Het gaande werk is feitelijk in een te bekrompen ruimte in hoogte gezien, opgesteld moeten worden.

De stichting maakt het mogelijk dat er in de molen rondleidingen worden gegeven. Kunt u iets zeggen over het type bezoekers en de rondleiding zelf?

Wij ontvangen bezoekers van “alle leeftijden” en uit verschillende landen. Het zijn veelal mensen die Beesel bezoeken en er ook logeren. Dagjes mensen ontbreken natuurlijk evenmin. Vaak brengt men een gericht bezoek ; voor de toevallige voorbijganger is de draaiende molen vaak een bijzondere verrassing. De rondleiding is zeer persoonlijk en hangt af van de belangstelling die men toont. Groepen maken meestal vooraf een afspraak voor het bezoek, met als rustpunt een kop koffie en Limburgse vlaai. Dit alles voor een zacht prijsje. Een rondleiding duurt zo ongeveer 45 min. tot een uur. Kan natuurlijk ook korter!

In 2014 is de molen met behulp van twee grote hijskranen verplaatst. Een enorme klus. Tevreden met het resultaat? Uitermate tevreden. De verplaatsing ( verplaatsing 3 ) werd noodzakelijk geacht vanwege het steeds toenemend overstromingsgevaar van de Maas. Reeds 5 maal heeft de Grauwe Beer natte voeten gehad en dat is niet bevorderlijk voor zijn welzijn. Hij ligt nu hoger in het landschap en er zijn nutsvoorzieningen gekomen die er eerst niet waren. Een aanzienlijke verbetering in alle opzichten.

In de lange geschiedenis zijn er natuurlijk diverse anekdotes te vertellen. Wat zijn de twee mooiste anekdotes die bij de stichting bekend zijn?

Vraag om moeilijk te beantwoorden. De stichting dateert pas van 1997 en bij haar zijn geen gebeurtenissen bekend die zijn aan te merken als anekdote.

Buiten de huidige corona periode is de molen en de molenwinkel voor de verkoop van streek- en meelproducten, iedere zaterdag, het jaar rond geopend van 's ochtends 10. 00 uur tot 16.00 uur in de winter- en tot 17.00 uur tijdens de zomertijd. Men kan in principe zonder afspraak terecht, maar in groepsverband met rondleiding en gebruik van onze “ horeca faciliteiten” is een reservering vooraf gewenst, ook i.v.m. de beperkte ruimte. Voor het maken van een afspraak en afwijkende openingsdagen en tijden, kan men op de molen terecht of telefonisch, 0642869898. Zie ook onze website, www.degrauwebeer.nl Tijdens de jaarlijks terugkerende Nationale Molendagen in mei en de Limburgse molendag in oktober, is de molen ook op de zondag open. N.B. Geven de thans geldende coronamaatregelen is de molen tot nader order niet toegankelijk voor bezoekers. Wel zal de poortwinkel open zijn.

Zoals reeds aangegeven is het mogelijk de molen te bezichtigen. Wat zijn de bezoektijden en contactgegevens om een afspraak te maken?

Tekstbron: Mr. Joep Derckx Fotobron: Thijs Bovendeerd

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina: